Een matig maar onvergetelijk mooi concert

Op 24 augustus 1972 betrad een man in spijkerpak met wild lang haar het podium van The Greek Theatre in Los Angeles. Tijdens zijn optreden werd hij opsceen gebarend vastgelegd en de foto sierde de hoes van het enige album dat ik grijsgedraaid heb. Sterker nog, zo ongeveer het enige album waar ik sinds mijn tienerjaren met enige regelmaat naar luister.

En dus was het feit dat ik, ruim 45 jaar later, een concert zou bijwonen van de artiest die als enige aanspraak mag maken op de soundtrack van mij eerste levenshelft, al een garantie voor een onvergetelijke avond, op zondag 10 september in de Ziggo Dome.
Lees verder

The man I hate to love

Ze zijn er in overvloed, ‘people we love to hate’, vaak slechteriken in soaps, maar soms ook mensen uit onze eigen omgeving die zo onsympathiek zijn dat het een zekere deernis in ons oproept. Ik heb last van het omgekeerde: iemand ‘I hate to love’. Het is (toch fijn dat je tot zover bent blijven lezen…) Mart Smeets. Elke avond stem ik steevast af op de Avondetappe. Sterker nog: ik neem elke aflevering op. En steeds weer erger ik me mateloos aan de nikserigheid, de ouwejongenskrentenbrood-cultuur en de ‘ik loop al een tijdje mee’-borstklopperij van, zoals een criticaster hem ooit noemde in het programma Hoge Bomen, ‘Moi Smeets’.
Lees verder

U

Gisteren vroeg de slager nog, of ik ook een plakje lustte. En de tandarts liet me grabbelen in zijn ton met speelgoed, omdat ik weer zo braaf had stilgezeten. Nou vooruit, misschien was het eergisteren. Maar het voelt heel dichtbij. Helaas is mijn illusie van een nauwelijks voltooide jeugd de laatste maanden een aantal keer wreed verstoord. Door een vrouw. Ook dat nog. Of eigenlijk: een meisje.

Een paar maanden geleden vroeg een studente mij in de trein of ze haar gammele fiets wel tegen mijn racefiets mocht aanschurken. “Vindt u het goed…”, dus ik omkijken. Niemand. Shit. En vandaag, in de sportschool. Een meisje van amper vijf jaar jonger. Nou ja, misschien krap aan acht jaar jonger. “Bent u lang bezig met dit toestel?” Zucht.

De pest is, ik omring mij grotendeels met oudere vrienden. Zij zijn mijn Atlantis, mijn bron van eeuwige jeugd. Maar die vermaledijde vrouwen (dit zal, zo vrees ik, een terugkerend thema worden in mijn blogposts), weten keer op keer mijn dagdroom ruw te verstoren. Maar ik houd vol, dat 33 het nieuwe 23 is en dat de wereld nog aan mijn kinderlijke voetjes ligt. En nu is het tijd voor een lolly.

Poging 16.334

En weer ga ik het proberen. Het is de derde poging. Of de vierde. Het blog, de warme thuishaven voor de Roepende in de Woestijn, voor de man met zeepkist, maar zonder plein om deze neer te zetten. De komende weken zullen uitwijzen of ik u en mezelf zal verbazen met ‘unieke content’.

Als u het een kans wilt geven, doe ik dat ook.

Groet,

Evan