De geur van liefde

Nee, dit is geen verhaal over feromonen, hoewel ik in deze bronstige tijden van blote schouders en gouden kuiten, best een aardige grijpstuiver over heb voor een handige alchemie-student met een goed recept. Dit is een verhaal over de gewetenloze kracht waarmee geuren herinneringen kunnen oproepen.

Vanavond was een broeierige voorzomeravond, waarop de dag vergeten lijkt te zijn dat de zon al lang ten onder is, en een loomzoete geur de stadse potpourri overheerst. Het is diezelfde geur als in 1994. Toen ik op vergelijkbare voorzomeravonden, 15 jaar oud, regelmatig op mijn fiets stapte met het cassettebandje van Bat out of Hell op auto-reverse in mijn walkman. Na tien minuten fietsen was ik bij de bushalte, vlakbij mijn middelbare school, waar ik haar dagelijks naartoe liep. Ze heette Froukje. En ze was de vrouw van mijn leven. Ze was klein van gestalte en had koperkleurig krullend haar. Ze was ongrijpbaar, grappig en onpeilbaar. We wachtten op lijn 7, naar het station. Waar ze overstapte op lijn 51, Dokkum.

We praatten over de stomme mensen in de klas, over haar familie. Ik maakte grapjes. Soms lachte ze. Nooit kwamen zoveel bussen hinderlijk op tijd als dat voorjaar. ‘Tot morgen’. Of soms – de horror! – ‘tot na het weekend’. Ik schreef gedichten. Hele slechte. Een enkele in het Frans dat ik niet sprak. De zomer brak aan. We lagen in het gras bij de recreatieplas. Ik ontplofte van verliefdheid, maar was groener dan de sprieten die mijn enkels kietelden. Nog voller van richtingloze lust namen we afscheid. Voor heel lang. Want we gingen beiden op vakantie. Het werd het enige jaar dat Vlieland mij niet kon bekoren en dat geen Asterix-album mij op kon vrolijken. Na wat voelde als een jaar of drie waren de twee weken voorbij en zou ik haar weer zien, bij de recreatieplas. Nog net voordat ik mijn huwelijksaanzoek kon doen, keek ze me ernstig aan en vertelde me dat dat wat nooit geweest was, voorbij was.

Het werd een zomer waarin tien kilo’s werden weggehuild en mijn bed me maar niet wilde loslaten. Bat out of Hell werd verruild voor Love is all around, in de Four Weddings and a Funeral-versie van Wet Wet Wet. Nog steeds kan ik het nummer niet horen. En dat is niet omdat ik sindsdien enige muzieksmaak ontwikkeld heb.

Een kleine twee jaar later ontmoette ik T, de vrouw van mijn leven. Nog één keer sprak ik Froukje. Het was het begin van mijn relatie met T. Froukje wilde even praten. En zeggen dat ik wel moest weten dat ze destijds erg verliefd op me was. En dat ze zich dat nu heel erg realiseerde. Ik was 17 en maakte kennis met wat later zou gaan heten, een ‘mindfuck’. Ik heb haar nog wel eens gegoogeld. Zelfs nog eens wat berichtjes uitgewisseld op Hyves. Ik weet niet waar ze nu is. Ze heeft vast drie kinderen. Die allemaal Evan heten.

Nog een dozijn keren ontmoette ik vrouwen van mijn leven. Slechts een enkele keer werden het vrouwen in mijn leven. Meestal verkoos ik de overtreffende trap van de onbeantwoorde liefde: de onuitgesproken liefde. Jarenlang woonden medestudentes, collega’s en kassières in mijn hoofd. Verlamd door de verliefdheid die een romantische ziel kan construeren, was een coherent gesprek bij voorbaat uitgesloten. Ik heb veel geleerd, bijvoorbeeld dat een verliefdheid niet je hele brein op vakantie mag sturen. Maar de volgende vrouw van mijn leven deed mij deze les altijd weer vergeten.

En nu, twintig jaar na Froukje, kan ik soms nog steeds die verliefde puber zijn. En dat vind ik geweldig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *