Nee, dit is geen verhaal over feromonen, hoewel ik in deze bronstige tijden van blote schouders en gouden kuiten, best een aardige grijpstuiver over heb voor een handige alchemie-student met een goed recept. Dit is een verhaal over de gewetenloze kracht waarmee geuren herinneringen kunnen oproepen.
Vanavond was een broeierige voorzomeravond, waarop de dag vergeten lijkt te zijn dat de zon al lang ten onder is, en een loomzoete geur de stadse potpourri overheerst. Het is diezelfde geur als in 1994. Toen ik op vergelijkbare voorzomeravonden, 15 jaar oud, regelmatig op mijn fiets stapte met het cassettebandje van Bat out of Hell op auto-reverse in mijn walkman. Na tien minuten fietsen was ik bij de bushalte, vlakbij mijn middelbare school, waar ik haar dagelijks naartoe liep. Ze heette Froukje. En ze was de vrouw van mijn leven. Ze was klein van gestalte en had koperkleurig krullend haar. Ze was ongrijpbaar, grappig en onpeilbaar. We wachtten op lijn 7, naar het station. Waar ze overstapte op lijn 51, Dokkum.